Vaak wordt de bedrijfsarts gezien als de belangrijkste coördinator tijdens het verzuim van een werknemer die niet kan werken. Dat klopt ook wel, als we tenminste spreken van kortdurend verzuim. De verwachting is dan namelijk dat de zieke werknemer binnenkort weer aan de slag kan.
Bij langdurig verzuim ligt dat heel anders. Hoe langer een werknemer arbeidsongeschikt is, hoe kleiner de kans op een terugkeer is. In dat geval moet beoordeeld worden of de werkplek aangepast moet worden, of dat een andere functie binnen dezelfde organisatie wellicht beter is.
In het ergste geval is de conclusie dat de arbeidsongeschikte werknemer niet meer bij de eigen werkgever kan functioneren. In dat geval moet gezocht worden naar ander werk bij een andere werkgever (spoor 2).
Bij langdurig verzuim (vanaf ongeveer zes maanden) kan een bedrijfsarts mogelijk minder voor je bedrijf betekenen. Vanaf dat moment is de expertise van een arbeidsdeskundige nodig. De Wet verbetering poortwachter (Wvp) stelt een arbeidsdeskundig onderzoek verplicht bij langdurig ziekteverzuim.
De arbeidsdeskundige vergelijkt de belastbaarheid van de arbeidsongeschikte werknemer met de belasting die bij de functie horen. En daarom kan de arbeidsdeskundige een uitspraak doen over geschiktheid van de eigen werkzaamheden of over de geschiktheid voor ander werk.
Mogelijke conclusies uit het arbeidsdeskundig onderzoek:
Wat de conclusie ook is; Coaching en Advisering weet ernaar te handelen en adviseren. Neem vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie.